Successiewet 1956
Artikel 2
1
De buiten het Rijk verblijf houdende Nederlander die in dienstbetrekking staat tot een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, alsmede zijn niet duurzaam gescheiden van hem levende echtgenoot en de eigen kinderen en stiefkinderen die jonger dan 27 jaar zijn en in belangrijke mate door hem worden onderhouden in de zin van artikel 1.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001, worden geacht binnen het Rijk te wonen. De vorige volzin blijft buiten toepassing ten aanzien van de aldaar bedoelde Nederlander, echtgenoot en kinderen:
a
indien die Nederlander buiten het Rijk werkzaam is in het land waar hij is aangeworven, tenzij hij militair is;
b
indien die Nederlander militair is en bij of krachtens algemene maatregel van bestuur is bepaald, dat hij geacht wordt blijvend buiten het Rijk werkzaam te zijn.
2
In geval van schenking door een rechtspersoon wordt de plaats, waar de schenker is gevestigd, als zijn woonplaats aangemerkt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.